Brandstof-waterafscheider 500FG FG-500 voor Parker Racor

Installatierichtlijnen:

Deze door de klant geleverde materialen moeten bij de hand zijn voordat met de installatie wordt begonnen.
• Winkel Handdoeken
• Montagemateriaal
• Inlaat-/uitlaatfittingen
• Brandstofslang
• Schone dieselbrandstof
• Super O-lube of schone motorolie
• Draadafdichtmiddel (geen draadtapes)

De montage positioneren

Filterassemblages moeten aan de vacuümzijde van de brandstoftransportpomp worden geïnstalleerd voor een optimale waterafscheidingsefficiëntie.Zie Installatieschema.
Beperk de brandstofleiding tot een minimum.Plaats de 500FG-filtereenheid, indien mogelijk, tussen de horizontale vlakken van de onderkant van de brandstoftank en de inlaat van de brandstofpomp.Als de 500FG-filtereenheid is geïnstalleerd in een toepassing waar de brandstoftank hoger is dan het filter, moet een afsluiter worden geïnstalleerd tussen de tank en de 500FG-filtereenheid INLET.Dit wordt gebruikt bij onderhoud aan het vervangende filter.

Voordat u de montage installeert:

• Zorg voor goede ventilatie en verlichting.
• Zorg voor een veilige werkomgeving.
• De motor moet uitgeschakeld zijn voor installatie.
• Rook NIET en laat geen open vuur toe in de buurt van de installatie.

Het filter installeren

Verwijder alle vacuümzijfilters in de brandstofleiding tussen de brandstoftank en de brandstofpomp volledig.Dit is waar het Racor-filter wordt gemonteerd.Als u deze filters op hun plaats laat, wordt de brandstofleiding beperkt.Filterkoppen die in de motor zijn gegoten of die niet kunnen worden verwijderd of met harde leidingen moeten worden onderhouden, moeten met een nieuw filter worden onderhouden en op hun plaats worden gelaten.
Beperk de brandstofstroom tot een minimum.Gebruik altijd de maximaal mogelijke maat brandstofslang.Maak geen scherpe bochten met flexibele slang omdat er knikken kunnen ontstaan.Vermijd het gebruik van twee 45° elleboogfittingen waar één 90° elleboog zal werken.Vermijd bij het leggen van de slang oppervlakken die bewegen, scherpe randen hebben of heet worden (zoals uitlaatleidingen).